betrek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·trek
Werkwoord
vervoeging van |
---|
betrekken |
betrek
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van betrekken
- Ik betrek.
- gebiedende wijs van betrekken
- Betrek!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van betrekken
- Betrek je?
Gangbaarheid
- Het woord betrek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "betrek" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be