betoelaagden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·toe·laag·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
betoelagen |
betoelaagden
- meervoud verleden tijd van betoelagen
- Wij betoelaagden.
- Jullie betoelaagden.
- Zij betoelaagden.
- Wij betoelaagden.
vervoeging van |
---|
betoelagen |
betoelaagden