bespaard
Uiterlijk
- be·spaard
- vervoeging van besparen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van: | besparen… |
verbogen vorm: | bespaarde |
bespaard
- voltooid deelwoord van besparen
- ▸ Jullie hebben een vreselijke tijd achter de rug. Niets is jullie bespaard gebleven.[1]
- Het woord bespaard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.