Naar inhoud springen

besjoemelde

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 28 okt 2019 om 12:27 (top: vervoeging)
  • be·sjoe·mel·de
vervoeging van
besjoemelen

besjoemelde

  1. enkelvoud verleden tijd van besjoemelen
    • Ik besjoemelde. 
    • Jij besjoemelde. 
    • Hij, zij, het besjoemelde. 
  2. verbogen vorm van besjoemeld, voltooid deelwoord van besjoemelen