beschouw
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·schouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
beschouwen |
beschouw
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschouwen
- Ik beschouw.
- gebiedende wijs van beschouwen
- Beschouw!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschouwen
- Beschouw je?