beschoten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·scho·ten
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van beschieten: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling ie-oo (/iː/ - /oː/)
Werkwoord
vervoeging van |
---|
beschieten |
beschoten
- meervoud verleden tijd van beschieten
- Wij beschoten.
- Jullie beschoten.
- Zij beschoten.
- Wij beschoten.
- voltooid deelwoord van beschieten