beschoten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·scho·ten
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
beschieten

beschoten

  1. meervoud verleden tijd van beschieten
    • Wij beschoten. 
    • Jullie beschoten. 
    • Zij beschoten. 
  2. voltooid deelwoord van beschieten