Naar inhoud springen

beschaam

Uit WikiWoordenboek
Versie door DifoolBot (overleg | bijdragen) op 12 feb 2016 om 04:22 (audio nld, IPA nld)
  • be·schaam
vervoeging van
beschamen

beschaam

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschamen
    • Ik beschaam. 
  2. gebiedende wijs van beschamen
    • Beschaam! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschamen
    • Beschaam je?