berijmt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·rijmt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
berijmen |
berijmt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van berijmen
- Jij berijmt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van berijmen
- Hij berijmt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van berijmen
- Berijmt!
Gangbaarheid
- Het woord berijmt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.