benzineloos

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ben·zi·ne·loos
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen benzineloos
verbogen benzineloze

Bijvoeglijk naamwoord

benzineloos

  1. zonder gebruik van de meest gangbare brandstof voor auto's
    • In elk geval is het nu vrijwel zeker dat België een benzineloos weekeinde tegemoet gaat, terwijl in allerlei gebouwen en particuliere huizen de olie voor de centrale verwarming opraakt. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen