Naar inhoud springen

benevelden

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 12 mei 2017 om 11:37 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *be·ne·vel·den {{-verb-|0}} {{ovt-mv|ben...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·ne·vel·den

Werkwoord

vervoeging van
benevelen

benevelden

  1. meervoud verleden tijd van benevelen
    • Wij benevelden. 
    • Jullie benevelden. 
    • Zij benevelden.