benchmarkt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: benchmarkt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bench·markt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
benchmarken |
benchmarkt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van benchmarken
- Jij benchmarkt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van benchmarken
- Hij benchmarkt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van benchmarken
- Benchmarkt!
Gangbaarheid
- Het woord benchmarkt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.