bemoederden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bemoederden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·moe·der·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bemoederen |
bemoederden
- meervoud verleden tijd van bemoederen
- Wij bemoederden.
- Jullie bemoederden.
- Zij bemoederden.
- Wij bemoederden.