beledigden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beledigden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·le·dig·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
beledigen |
beledigden
- meervoud verleden tijd van beledigen
- Wij beledigden.
- Jullie beledigden.
- Zij beledigden.
- Wij beledigden.