belagers

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·la·gers

Zelfstandig naamwoord

de belagersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord belager
     Voor de veiligheid heeft de gepantserde auto veiligheidsglas van 4 centimeter dik, banden die blijven werken als ze lek zijn en een luidsprekersysteem waarmee belagers kunnen worden weggejaagd. Al met al is de auto zo'n 3 ton zwaar.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 september 2022 Weblink bron “Nieuwe Bentley voor prins William” (Dinsdag 17 december 2013), NOS