bekost
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·kost
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bekosten |
bekost
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekosten
- Ik bekost.
- gebiedende wijs van bekosten
- Bekost!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekosten
- Bekost je?
vervoeging van: | bekosten… |
verbogen vorm: | bekoste |
bekost
- voltooid deelwoord van bekosten