bekogelden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bekogelden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·ko·gel·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bekogelen |
bekogelden
- meervoud verleden tijd van bekogelen
- Wij bekogelden.
- Jullie bekogelden.
- Zij bekogelden.
- Wij bekogelden.