beklapt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·klapt
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van beklappen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van
beklappen

beklapt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beklappen
    • Jij beklapt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beklappen
    • Hij beklapt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van beklappen
    • Beklapt! 
vervoeging van: beklappen…
verbogen vorm: beklapte

beklapt

  1. voltooid deelwoord van beklappen

Gangbaarheid