Naar inhoud springen

bekeerde

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 28 okt 2019 om 12:19 (→‎top: vervoeging)
  • be·keer·de
vervoeging van
bekeren

bekeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van bekeren
    • Ik bekeerde. 
    • Jij bekeerde. 
    • Hij, zij, het bekeerde. 
  2. verbogen vorm van bekeerd, voltooid deelwoord van bekeren
100 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be