behielpen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·hiel·pen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
behelpen |
behielpen
- meervoud verleden tijd van zich behelpen
- Wij behielpen ons.
- Jullie behielpen je.
- Zij behielpen zich.
- Wij behielpen ons.
vervoeging van |
---|
behelpen |
behielpen