begrootten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: begrootten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·groot·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
begroten |
begrootten
- meervoud verleden tijd van begroten
- Wij begrootten.
- Jullie begrootten.
- Zij begrootten.
- Wij begrootten.