begoten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·go·ten
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
begieten

begoten

  1. meervoud verleden tijd van begieten
    • Wij begoten. 
    • Jullie begoten. 
    • Zij begoten. 
  2. voltooid deelwoord van begieten