beetnamen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- beet·na·men
Werkwoord
vervoeging van |
---|
beetnemen |
beetnamen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van beetnemen
- ...dat wij beetnamen.
- ...dat jullie beetnamen.
- ...dat zij beetnamen.
- ...dat wij beetnamen.