beetnemen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • beet·ne·men
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
beetnemen
nam beet
beetgenomen
klasse 4 volledig

Werkwoord

beetnemen

  1. overgankelijk vastpakken, in de handen nemen
    • Hij nam zijn tegenstander beet, wierp hem tegen de grond en gaf hem een flinke afstraffing. 
  2. overgankelijk iemand een loer draaien, het slachtoffer van een streek maken
    • De leerlingen hadden hun leraar flink beetgenomen en hij stond flink voor aap. 
    • `Ze laten zich dus beetnemen,' zei Nemo tegen de aanvoerder. 'Ze doen precies wat wij willen. Tot zover gaat alles goed. De Koning wordt gebracht naar de plaats die wij willen.' [1] 
Synoniemen
Vertalingen
Vertalingen
Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Herzen, Frank
    De zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 101
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be