beef
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- beef
Werkwoord
vervoeging van |
---|
beven |
beef
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beven
- Ik beef.
- gebiedende wijs van beven
- Beef!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beven
- Beef je?
Gangbaarheid
- Het woord beef staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "beef" herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
56 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Zelfstandig naamwoord
Afgeleide begrippen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 79 %
- Prevalentie Vlaanderen 56 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 4
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Voeding in het Engels