basterma's

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bas·ter·mas
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de basterma'smv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord basterma
     In de winkel hingen de basterma's aan het plafond te drogen. De met knoflook ingemaakte stukken rundvlees gaven de hele zaak een allesdoordringende geur, waarvan zelfs de vliegen niets wilden weten.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 3 oktober 2022 Weblink bron
    Gamal Eldin Fouad
    De hersens van H. in: Hollands Maandblad., 739/740 jrg. 51 nr. 6/7 (juni/juli 2009), Stichting Hollands Maandblad / Nieuw Amsterdam Uitgevers, Amsterdam, p. 49 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren op Wikipedia