barreert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bar·reert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
barreren |
barreert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van barreren
- Jij barreert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van barreren
- Hij barreert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van barreren
- Barreert!
Gangbaarheid
- Het woord barreert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.