banques

Uit WikiWoordenboek

Frans

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

banques mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord banque

Werkwoord

vervoeging van
banquer

banques

  1. tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van banquer
  2. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van banquer