bandopnemertje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bandopnemertje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbɑntɔpnemərce / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- band·op·ne·mer·tje
Zelfstandig naamwoord
het bandopnemertje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bandopnemer
Gangbaarheid
- Het woord 'bandopnemertje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.