balkonpalen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bal·kon·pa·len
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de balkonpalenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord balkonpaal
    • Hiervoor is reeds geoordeeld dat [C] de balkons dient te verwijderen en dat de vensters (waaronder ook de deuren) vastgezet en ondoorzichtig gemaakt moeten worden wegens ongeoorloofd uitzicht. Daarin ligt besloten dat ook de balkonpalen dienen te worden verwijderd. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen