balkaniseert
Uiterlijk
- bal·ka·ni·seert
vervoeging van |
---|
balkaniseren |
balkaniseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van balkaniseren
- Jij balkaniseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van balkaniseren
- Hij balkaniseert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van balkaniseren
- Balkaniseert!
- Het woord balkaniseert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.