backpackt
Uiterlijk
- back·packt
vervoeging van |
---|
backpacken |
backpackt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van backpacken
- Jij backpackt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van backpacken
- Hij backpackt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van backpacken
- Backpackt!
- Het woord backpackt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.