aviveerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aviveerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- avi·veer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aviveren |
aviveerden
- meervoud verleden tijd van aviveren
- Wij aviveerden.
- Jullie aviveerden.
- Zij aviveerden.
- Wij aviveerden.