autonomistischers
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- au·to·no·mis·ti·schers
Bijvoeglijk naamwoord
autonomistischers
- partitief van de vergrotende trap van autonomistisch
Gangbaarheid
- Het woord 'autonomistischers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.