authentiseert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • au·then·ti·seert

Werkwoord

vervoeging van
authentiseren

authentiseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van authentiseren
    • Jij authentiseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van authentiseren
    • Hij authentiseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van authentiseren
    • Authentiseert!