armbewegingen
Uiterlijk
- arm·be·we·gin·gen
de armbewegingen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord armbeweging
- ▸ Jeroen knikte in de richting van het opgewonden standje dat aan zijn toehoorders met drukke armbewegingen iets duidelijk wilde maken.[1]
- Het woord armbewegingen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.