armbeweging
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: armbeweging (hulp, bestand)
Woordafbreking
- arm·be·we·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | armbeweging | armbewegingen |
verkleinwoord | armbeweginkje | armbeweginkjes |
Zelfstandig naamwoord
de armbeweging v
- een al of niet betekenisvolle plaatsverandering van de bovenste ledematen
- ▸ ,,Wij hebben ook niet kunnen vaststellen dat die bewegingen gepaard gingen met (discriminatoire) uitingen in de richting van de speler van Excelsior’’, laat de officier van justitie weten. ,,De betrokken man hebben wij ook gesproken. Hij ontkent met klem dat hiervan sprake zou zijn geweest. De man wordt ten aanzien van de armbeweging dus niet verdacht van discriminatie.’’[2]
- ▸ Dus hondenbezitters, ga ook sporten, ofwel bukken om uw hondendrollen op te rapen en met een sierlijke armbeweging in de afvalbak te deponeren. Heerlijk, weer een iets schonere wereld.[3]
Hyponiemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord armbeweging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Sander van Mersbergen“Justitie: man op tribune Den Bosch bracht géén Hitlergroet” (21-11-2019), Tubantia
- ↑ Weblink bron “’Hondenpoep opruimen’” (04 jun. 2020), De Telegraaf