argumenten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: argumenten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ar·gu·men·ten
Zelfstandig naamwoord
de argumenten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord argument
Spaans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
argumentar |
argumenten
- aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van argumentar
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van argumentar