apenappels
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: apenappels (hulp, bestand)
- IPA: / ˈapə(n)ˌɑpəls / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- apen·ap·pels
Woordherkomst en -opbouw
- apenappel met de uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
de apenappels mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord apenappel
- ▸ Tijdens de dag, hebben wij een boom gezien met apenappels. Ze hebben de smaak en de kleur van mispels.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'apenappels' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron
Paul Lelateur (vert. Peter De Langhe)Operatie “Overleven” in: Briefing, nr. 113 (juni 2012), ANPCV vzw Regionale Brabant, p. 14