annonceerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: annonceerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- an·non·ceer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
annonceren |
annonceerde
- enkelvoud verleden tijd van annonceren
- Ik annonceerde.
- Jij annonceerde.
- Hij, zij, het annonceerde.
- Ik annonceerde.