ankerbakken

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·ker·bak·ken
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de ankerbakkenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord ankerbak
     Hierop bevinden zich de spillen, lieren, ankerbakken, geleideblokken en dergelijke.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 20 februari 2024 Weblink bron “Ruimtelijke onderbouwing realisatie Zeemanschapstrainer op schiereiland Harssens te Den Helder” (2 april 2013), p. 11