amarecer
Spaans
Uitspraak
Woordafbreking
- a·ma·re·cer
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
amarecer |
amarecía |
amarecido |
volledig |
Werkwoord
amarecer
- overgankelijk dekken (van schaap door ram)
Synoniemen
- [1] amorecer
Verwijzingen
- amarecer in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española