alloceerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: alloceerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- al·lo·ceer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
alloceren |
alloceerde
- enkelvoud verleden tijd van alloceren
- Ik alloceerde.
- Jij alloceerde.
- Hij, zij, het alloceerde.
- Ik alloceerde.