aliëneerden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ali·e·neer·den

Werkwoord

vervoeging van
aliëneren

aliëneerden

  1. meervoud verleden tijd van aliëneren
    • Wij aliëneerden. 
    • Jullie aliëneerden. 
    • Zij aliëneerden. 

Gangbaarheid