agiteerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: agiteerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- agi·teer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
agiteren |
agiteerden
- meervoud verleden tijd van agiteren
- Wij agiteerden.
- Jullie agiteerden.
- Zij agiteerden.
- Wij agiteerden.