afsponsten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afsponsten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·spons·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afsponsen |
afsponsten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van afsponsen
- ...dat wij afsponsten.
- ...dat jullie afsponsten.
- ...dat zij afsponsten.
- ...dat wij afsponsten.
Gangbaarheid
- Het woord afsponsten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.