afrikaniseerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- afri·ka·ni·seer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afrikaniseren |
afrikaniseerde
- enkelvoud verleden tijd van afrikaniseren
- Ik afrikaniseerde.
- Jij afrikaniseerde.
- Hij, zij, het afrikaniseerde.
- Ik afrikaniseerde.