Naar inhoud springen

afreist

Uit WikiWoordenboek
  • af·reist
vervoeging van
afreizen

afreist

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afreizen
    • ... dat jij afreist. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afreizen
    • ... dat hij afreist.