afficheert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afficheert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·fi·cheert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afficheren |
afficheert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afficheren
- Jij afficheert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afficheren
- Hij afficheert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afficheren
- Afficheert!