achterbuurtje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ach·ter·buurt·je

Zelfstandig naamwoord

het achterbuurtjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord achterbuurt
Uitspraak
Woordafbreking
  • ach·ter·buur·tje

Zelfstandig naamwoord

het achterbuurtjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord achterbuur