aborteer
Uiterlijk
- abor·teer
vervoeging van |
---|
aborteren |
aborteer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aborteren
- Ik aborteer.
- gebiedende wijs van aborteren
- Aborteer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aborteren
- Aborteer je?
- Het woord aborteer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.